Het ree (Capreolus capreolus) is een soort uit de hertenfamilie en komt voor in grote delen van Europa. Het is een kleinere vertegenwoordiger van het hert en bereikt een schouderhoogte van ongeveer 70 cm en een gewicht tot 30 kg. De vacht van het ree is roodbruin in de zomer en grijsbruin in de winter, met een witachtige kleur aan de buikzijde.

Reeen zijn dagdieren en leven voornamelijk in bosgebieden, maar ook in open landschappen zoals weilanden of velden. Hun dieet bestaat voornamelijk uit grassen, kruiden en bladeren van struiken en bomen. Tijdens de herfst en winter kunnen ze ook boomschors en twijgen eten vanwege de verminderde voedselbeschikbaarheid.

Reeen zijn solitaire dieren en leven territoriaal. In het voorjaar, tussen mei en juni, vindt de paartijd plaats, waarin de mannelijke dieren, ook wel bokken genoemd, hun gewei tonen en de vrouwtjes, ook wel geiten genoemd, het hof maken. Na een draagtijd van ongeveer 8 maanden krijgen de geiten één of twee jonge dieren, de zogenaamde reekalfjes.

In Midden-Europa is het ree het meest voorkomende wilde dier en vanwege zijn vredige karakter ook erg populair bij natuurliefhebbers.